Het begin is er….

Nog geen week geleden lag er nog een dikke laag sneeuw. Alles was bedekt en het zag er maagdelijk wit uit. Nu vandaag is het groen en zwart. De vogels fluiten. De lente is in aantocht. Het kan natuurlijk nog wel weer gaan vriezen, maar min tien verwacht niemand meer.

Als proef heb ik twee kruiwagens met compost geoogst. Zo mag je dat wel noemen, vind ik. Je gooit het loof en andere zaken op een bult, spit het een keer om en twee jaar later heb je mooie zwarte grond. Stof zijt gij en tot stof…. etc.

Komend weekend maar eens aan de slag. Het wordt 17 graden, dus dan kan het luie zweet er weer uit.

17 februari 2021

Desembrood

Vanochtend mijn eerste desembrood gebakken. Na een hele week iedere dag wat aandacht aan het desem geven, had ik uiteindelijk gisterochtend 150 gram desem. Dit desem heb ik vermeerderd tot 250 gram desem door 50 ml water en 50 gram toe te voegen. 50 gram van het desem heb ik gisteravond apart gezet voor volgende week en 200 gram heb ik toegevoegd aan een brood met 400 gram meel, 240 ml water 10 gram zout. Het resultaat was heerlijk brood, lekker gebakken op 220 graden en na een kwartier naar 180 graden. Totale baktijd 45 minuten.

Deeg heeft vanaf gisteravond tot vanochtend in de koelkast gestaan en is gaat zo de oven in.

11 februari 2021

Boeken over brood

“Doe maar twee halfjes fijn volkoren…”, zeg ik vaak tegen de mevrouw van bakker Hilvers in Arnhem. Het afgelopen jaar heb ik geprobeerd het fijne volkorenbrood van Hilvers na te maken. Na aanvankelijke blunders, zoals zout vergeten, ben ik toch aardig in de buurt gekomen. Het ging vaak fout met het invetten van het broodblik. Ik deed dat met olijfolie of zonnebloemolie, zoals we dat vroeger thuis ook deden. Ik heb in de bakkerij heel wat bussen gesmeerd met olie. Toch werkte dat niet. Het brood bleef vastplakken. Nu gebruik ik, na een tip van internet, bakspray van Dr. Oetker.

Het recept dat ik gebruik komt voor een deel van mijn molen leraar en voor een deel van Robért van Beckhoven. Je kent hem wel van “Heel Holland bakt”. Hij heeft twee mooie boeken geschreven, ik denk samen met een redactie, over brood. Eén boek gaat over brood in Europa. Het heet “Brood”. Daarin gaat hij opzoek naar aparte bakkerijen in onder meer België, Frankrijk, Italië en ook Nederland. Het boek is een spin-off van een serie over brood van omroep Max. Ook bij Robért moet naast gewoon brood ook figuurlijk brood op de plank. Het andere boek is een heel basaal boek met broodrecepten en heet “Meesterlijk brood”. Uit dat boek komt de basis van het recept dat ik gebruik. Gewoon fijn volkoren brood. Eigenlijk is het iets zwaarder tarwebrood. Het boek is een mooi boek en de ondertitel geeft de inhoud weer: leer bakken vanaf de basis. En nu kun je denken dat je bakkerszoon bent en brood kunt bakken, maar dat is niet zo. Er zijn oneindig veel valkuilen. Dit boek heeft me geholpen om een fatsoenlijk brood te maken.

Mijn recept voor één brood:

  • 250 gram tarwebloem
  • 250 gram volkorenmeel
  • 8 gram zout
  • 20 gram margarine
  • 6 gram suiker
  • 12 gram droge gist
  • 290 ml water

En dan zijn er nog twee andere boeken. Deze heb ik een dag in mijn bezit en ik vind ze prachtig!! Het boek geschreven door Issa Niemeijer-Brown heet “Een boek over brood” is prachtig ingebonden met een linnenkaft. Het kaft voelt aan als broodlinnen, dat je gebruikt om het brood af te dekken. Zodra je het boek pakt, voel je brood. De inhoud is ook prachtig. Het is echt een compleet boek met alle facetten van het broodbakken. Met gevoel, tot in detail beschreven en met recepten die ik vast nog weleens uit ga proberen.

Het boek geschreven door Noor Bas, Ineke Berenschot en Dion Heerkens met fotograaf Theo Jeunissen beschrijft het project waar ik op mijn eigen postzegel mee bezig ben: Hoe kom ik van eigen verbouwd graan, wat ik zelf maal tot een zelfgebakken brood. “oude granen, nieuw brood”, zoals het boek heet, doet me denken aan de scriptie die ik op de HEAO maakte naar aanleiding van het boek “Hou het klein” van Schumacher. Schumacher was een econoom in de jaren zestig in Groot Brittannië die zich bezig hield met kleinschalige economie. Het vervoeren van van alles over de wereld kost gigantisch veel energie. Je zou moeten proberen zoveel mogelijk alles dicht bij huis te hebben. Met mijn project over brood probeer ik dat ook. In het boek “oude granen, nieuw brood” staan een aantal voorbeelden van boeren, molenaars en bakkers die precies weten waar hun product vandaan komt en waar het naar toe gaat. Alle voorbeelden komen uit Nederland. Er staan ook recepten in die werkbaar zijn. Vanochtend begonnen met het maken van een moeder desem. Dat duurt acht dagen. Ik zal in dit blog verhalen over hoe dat verder gaat….

Het begin van desem

3 februari 2021

Avondklok

Voor het eerst sinds de tweede wereldoorlog is de avondklok ingevoerd. Zelf heb ik er eigenlijk geen last van. De keren dat ik het afgelopen jaar na 21:00 uur op straat ben geweest, kan ik op de vingers van een hand tellen. Terug van tafeltennissen toen het nog mocht, terug van de de theorie-avond van de molen en terug van een paar gezellige afspraken met vrienden en familie.

Toch heb ik er last van. Het gevoel dat ik nu geen ommetje mag maken. Even een rondje om het huis of het huizenblok waar ik woon. We moeten binnen blijven, mogen nog maar één persoon per dag ontvangen en moeten met een mondkapje op met een bijna naaste in de auto zitten.

Ik hou me niet aan alles, wel aan veel. Vandaag zat ik met een naaste zonder mondkapje in de auto. Gisteren had ik gewoon les op de molen. De molen is open vanwege het belang voor de voedselketen, er wordt meel verkocht en ik krijg praktijkonderwijs. Dat mag ook.

Wanneer je de tweede wereldoorlog hebt meegemaakt, lijkt me het heel naar dat de avondklok nu is ingevoerd. Het heeft geen goede herinneringen. Toch, veel erger vind ik het voor de kinderen die niet naar school mogen. Hoe kijken zij er over 10 jaar op terug. En de pubers. Toen ik in de pubertijd zat en de tijd erna kwam ik op vrijdag- en zaterdagavond nooit voor 21:00 thuis. Toen mijn kinderen naar de kroeg gingen, gingen ze pas om 21:00 ’s avonds weg. Zullen we een coronageneratie gaan herkennen?

Het is een raar gevoel niet naar buiten te mogen. Een soort gevangenis. In de eerste lockdown in maart maakte ik foto’s van de mooie luchten. Nu is het vaak donker en grijs. En dan ook nog niet naar buiten mogen op straffe van € 95.

Nou ja, er zijn ergere dingen, maar mijn gevoel is nog niet weg. Ook niet na het te hebben opgeschreven.

Afslag Arnhem Noord, Burgers Zoo op de A50

23 januari 2021

Sneeuw

Dagen lang is het aangekondigd en dan is het er in de nacht en de volgende morgen is het letterlijk binnen de kortste keren als sneeuw voor de zon verdwenen. Wat is dat toch, die hang naar sneeuw. Is het dat we op dergelijke momenten voelen dat het klimaat in ons kikkerlandje toch een graadje warmer is geworden. Dat de luchtstromingen niet meer zijn als ze waren. Geen blokkades meer van hoge druk boven Scandinavië die voor drie weken vorst zorgen. Is het onze hang naar pittoreske plaatjes van de meesterschilders uit de 17de eeuw? Zelf denk ik op zulke dagen terug aan de tijd tussen sinterklaas en kerst, toen ik kind was. Het sneeuwde dan weleens flink. Van die herfstbuien met wind, waar dan geen water uit kwam maar sneeuw.. Het was namelijk net een tikkie kouder dan nu in december.

Zonet een rondje gelopen. De hele wereld loopt met sledes en skibroeken en weet ik al niet wat. De familie app ontploft met mooie plaatjes van de mensen met wie ik ben. Vroeg op, want om twaalf uur is de sneeuw verdwenen. Glijden van een heuveltje, de eerste sneeuwbal in de hand, een sneeuwpop met een wortel in zijn hoofd en een muts op zijn kop.

Ik constateer dat het niet meer stil is. Wanneer het sneeuwt is het geluid anders. De akoestiek van de natuur is weldadig als het echt gesneeuwd heeft. Het leek al wat regenachtig.

Gelukkig komt de zon erdoor nu ik dit stukkie zit te tikken.

17 januari 2021

31 december 2020 – Tarwe, een nieuw begin

Met wie ik ben maakte gisteren deze foto op de tuin. De foto symboliseert de overgang van oud naar nieuw. onder het kleed zie je groen gras. Dat is wintertarwe. Gezaaid in november en het wordt geoogst eind juni. Nu ligt het onder het kleed, omdat het beschermt moest worden tegen te muizen. Die vinden tarwe heerlijk, wanneer het als zaad in de grond ligt. Trouwens ook als het rijp is. Zij bepalen deze zomer wanneer ik de tarwe ga oogsten.

Wie weet maak ik komend jaar mijn eerste brood.

31 december 2020